PARARTON
PART II [15-16]
Daarop volgde sang Anusapati hem op als
koning (ratu), in Çaka 1170. Eenigen tijd later, vertelt men, hoorde Raden
Tohaya, de zoon van Ken Angrok bij diens tweede vrouw (rabi anom), tot in
bijzonderheden hoe Anusapati omgebracht, te vermoorden. Sang apañji Tohaya
legde zieh niet neder bij den moord van zijn vader; hijn zoon en zocht een
middel om zich te wreken, iets wat tot den dood van Anusapati zon kunnen
leiden. Anusapati wist het, [16] dat Pañji Tohaya hem belaagde, was op zijn
hoede, en liet om zijn sleepplaats een vijver graven; op het erf hield men de
wacht, en vertrouwde personen waren er op post gezet. Na eenigen tijd kwam sang
apañji Tohaya (eens) tot den Bhatara (koning) Anusapati, met een klophaan, en
zeide: „ Broeder, vader had een kris van Gandring, die zou ik gaarne van u
willen hebben”. Het was duidelijk dat het einde van Bhatra Anusapati naderde.
Anusapati, gaf hem de kris van Gandring, Tohaya nam hem aan, stak hem in zijn
gordel, en de kris, die hij vroeger droeg, gaf hij aan een zijner lieden.
Daarop zeide hij: „ Komm, broeder, laat ons eens een paar hanen laten vechten”.
Anusapati antwoordde: „ Best, broeder”. Hij liet zijn kooimeester een vechthaan
halen, en zeid: „ Komm, broeder, laat ons het (maar) meteen doen”. „ Zeker”,
zeide Panji Tohaya: Zij deden ze beidem zelf de ijzeren sporen aan. De beiden
(hanen) stonden elkander, en sang Anusapati was er geheel in verdiept. Zonder
twijfel was het uur van zijn dood daar; terwijl hij op dat oogenblik geheel
opging in het vechten, dat hij zijn haan liet doen, doorstak hem Tohaya.
Anusapati stierf in Çaka 1171. Hij werd bijgezet te Kidal.
Tidak ada komentar:
Posting Komentar
Komentarlah dengan baik dan sopan. Pasti akan dibalas oleh pemilik. Mohon jangan mengandung unsur kasar dan sara, mari berbagi pengetahuan, silakan kritik karena kritik itu membangun dan membuat sesuatu menjadi lebih baik